Low-income households
Bij de bepaling van laag inkomen is van de particuliere huishoudens een aantal groepen niet meegenomen. Dit betreft enerzijds studentenhuishoudens en anderzijds huishoudens met een onvolledig jaarinkomen. De doelpopulatie bestaat dan ook uit particuliere huishoudens waarvan de hoofdkostwinner (of eventuele partner) het gehele jaar inkomen heeft en niet afhankelijk is van studiefinanciering.
Om te bepalen of een huishouden een laag inkomen heeft, wordt het inkomen van een huishouden omgerekend tot het gestandaardiseerde inkomen (exclusief eventueel ontvangen huurtoeslag). Vervolgens wordt dit gestandaardiseerde inkomen (met het prijsindexcijfer) herleid naar het prijspeil in 2000. Het resulterende gestandaardiseerde en gedefleerde inkomen is laag wanneer het minder is dan 9249 euro. Deze grens komt ongeveer overeen met de koopkracht van een bijstandsuitkering voor een alleenstaande in 1979 toen deze op zijn hoogst was.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens behorende tot de doelpopulatie per regio.
/CBS/nl/dataset/70050ned/CBS/nl/dataset/82339NED/CBS/nl/dataset/82931NED/CBS/nl/dataset/83220NED/CBS/nl/dataset/83487NED/CBS/nl/dataset/83739NED/CBS/nl/dataset/83765NED/CBS/nl/dataset/84286NED/CBS/nl/dataset/84583NED/CBS/nl/dataset/84590NED/CBS/nl/dataset/84799NED/CBS/nl/dataset/84860NED/CBS/nl/dataset/85039NED/CBS/nl/dataset/85052NED
measure
closeMatch
Low-income households
Bij de bepaling van laag inkomen is van de particuliere huishoudens een aantal groepen niet meegenomen. Dit betreft enerzijds studentenhuishoudens en anderzijds huishoudens met een onvolledig jaarinkomen. De doelpopulatie bestaat dan ook uit particuliere huishoudens waarvan de hoofdkostwinner (of eventuele partner) het gehele jaar inkomen heeft en niet afhankelijk is van studiefinanciering.
Om te bepalen of een huishouden een laag inkomen heeft, wordt het inkomen van een huishouden omgerekend tot het gestandaardiseerde inkomen (exclusief eventueel ontvangen huurtoeslag). Vervolgens wordt dit gestandaardiseerde inkomen (met het prijsindexcijfer) herleid naar het prijspeil in 2000. Het resulterende gestandaardiseerde en gedefleerde inkomen is laag wanneer het minder is dan 9249 euro. Deze grens komt ongeveer overeen met de koopkracht van een bijstandsuitkering voor een alleenstaande in 1979 toen deze op zijn hoogst was.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens behorende tot de doelpopulatie per regio.
description
Bij de bepaling van laag inkom ...... ot de doelpopulatie per regio.
@nl
altLabel
Huishoudens met een laag inkomen
@nl
Huishoudens met laag inkomen
@nl
In huishoudens met laag inkomen
@nl
definition
Aantal minderjarige kinderen i ...... inkomensgegevens vóór revisie.
@nl
Aantal minderjarige kinderen i ...... inkomensgegevens vóór revisie.
@nl
Aantal minderjarige kinderen i ...... inkomensgegevens vóór revisie.
@nl
Bij de bepaling van laag inkom ...... et betreft voorlopige cijfers.
@nl
Bij de bepaling van laag inkom ...... ot de doelpopulatie per regio.
@nl
Number of households having an ...... l for a single person in 1979.
@en
Particuliere huishoudens met e ...... e consumentenprijsindex (CPI).
@nl
Particuliere huishoudens waarv ...... ijspeil in het basisjaar 1990.
@nl
Particuliere huishoudens zijn ...... zijn vastgezet op 95 procent.
@nl
narrower
note
Topic
@en
TopicGroup
@en
prefLabel
Huishoudens met een laag inkomen
@nl
Low-income households
@en