Farming companies

Akkerbouw is teelt in de volle grond, veelal voor industriële verwerking. Tot de akkerbouw wordt onder andere gerekend granen, aardappelen, peulvruchten, akkerbouwgroenten en braakland. Hierbij gaat het uitsluitend om de oppervlakte hoofdgewassen (eerste teelt) dus exclusief de oppervlakte van gewassen onder dekvrucht (gewassen die tegelijk met het hoofdgewas, het dekvruchtgewas, worden gezaaid maar langzamer groeien dan het dekvruchtgewas waardoor ze bescherming krijgen van het dekvruchtgewas tegen bijvoorbeeld onkruid of droogte) en stoppelgewassen (gewassen die als tweede gewas worden gezaaid en in het najaar als groenvoeder of groenbemestingsgewas benut kunnen worden). In de loop der jaren zijn een aantal keren wijzigingen doorgevoerd in de gewassen die tot de akkerbouw worden gerekend. Enkele gewassen die tijdelijk tot tuinbouw open grond zijn gerekend: - sperziebonen, groen geoogste bonen, stambonen: van 1947 tot 2000; - zaai-, poot-, plant- en zilveruien: van 1950 tot 1986; - groen geoogste erwten: van 1962 tot 1986; - vroege aardappelen en leegstaand bollenland: tot 1967. In 2000 is een wijziging in de indeling in akkerbouw- en tuinbouwgroenten doorgevoerd. Een aantal groenten die voorheen tot de tuinbouw werden gerekend worden vanaf 2000 tot de akkerbouw gerekend (bijvoorbeeld tuinbonen, winterpeen en spinazie).

Farming companies

Akkerbouw is teelt in de volle grond, veelal voor industriële verwerking. Tot de akkerbouw wordt onder andere gerekend granen, aardappelen, peulvruchten, akkerbouwgroenten en braakland. Hierbij gaat het uitsluitend om de oppervlakte hoofdgewassen (eerste teelt) dus exclusief de oppervlakte van gewassen onder dekvrucht (gewassen die tegelijk met het hoofdgewas, het dekvruchtgewas, worden gezaaid maar langzamer groeien dan het dekvruchtgewas waardoor ze bescherming krijgen van het dekvruchtgewas tegen bijvoorbeeld onkruid of droogte) en stoppelgewassen (gewassen die als tweede gewas worden gezaaid en in het najaar als groenvoeder of groenbemestingsgewas benut kunnen worden). In de loop der jaren zijn een aantal keren wijzigingen doorgevoerd in de gewassen die tot de akkerbouw worden gerekend. Enkele gewassen die tijdelijk tot tuinbouw open grond zijn gerekend: - sperziebonen, groen geoogste bonen, stambonen: van 1947 tot 2000; - zaai-, poot-, plant- en zilveruien: van 1950 tot 1986; - groen geoogste erwten: van 1962 tot 1986; - vroege aardappelen en leegstaand bollenland: tot 1967. In 2000 is een wijziging in de indeling in akkerbouw- en tuinbouwgroenten doorgevoerd. Een aantal groenten die voorheen tot de tuinbouw werden gerekend worden vanaf 2000 tot de akkerbouw gerekend (bijvoorbeeld tuinbonen, winterpeen en spinazie).