Loss of Dutch citizenship

Intrekking of afstand doen van de Nederlandse nationaliteit. Het Nederlanderschap gaat verloren wanneer de familierechtelijke betrekkingen waaraan het Nederlanderschap is ontleend (artikel 3, 4 en 5 van de Rijkswet op het Nederlanderschap), vervalt. Hierbij geldt wel dat het Nederlanderschap in geen geval verloren gaat als daar van staatloosheid het gevolg zou zijn. Meerderjarigen verliezen het Nederlanderschap door vrijwillig een andere nationaliteit te verkrijgen of door een verklaring van afstand af te leggen. Voor een minderjarige gaat het Nederlanderschap onder meer verloren in beval van erkenning, wettiging of adoptie door een niet-Nederlander als de minderjarige daardoor diens nationaliteit verkrijgt of (bij meervoudige nationaliteit) die reeds bezat. Ook dit mag echter niet leiden tot staatloosheid. Daarnaast kan het verlies van het Nederlanderschap niet optreden zolang één van de ouders nog Nederlander is. Meerderjarig: Heeft betrekking op een persoon van 18 jaar of ouder of een persoon die vóór het bereiken van de 18e verjaardag in het huwelijk is getreden. Vóór 1986 lag deze leeftijd op 21 jaar of ouder. Minderjarig: Heeft betrekking op een (ongehuwd) persoon jonger dan 18 jaar. Vóór 1986: jonger dan 21 jaar. Staatloos: Persoon die door geen enkele staat als onderdaan kan worden beschouwd.

Loss of Dutch citizenship

Intrekking of afstand doen van de Nederlandse nationaliteit. Het Nederlanderschap gaat verloren wanneer de familierechtelijke betrekkingen waaraan het Nederlanderschap is ontleend (artikel 3, 4 en 5 van de Rijkswet op het Nederlanderschap), vervalt. Hierbij geldt wel dat het Nederlanderschap in geen geval verloren gaat als daar van staatloosheid het gevolg zou zijn. Meerderjarigen verliezen het Nederlanderschap door vrijwillig een andere nationaliteit te verkrijgen of door een verklaring van afstand af te leggen. Voor een minderjarige gaat het Nederlanderschap onder meer verloren in beval van erkenning, wettiging of adoptie door een niet-Nederlander als de minderjarige daardoor diens nationaliteit verkrijgt of (bij meervoudige nationaliteit) die reeds bezat. Ook dit mag echter niet leiden tot staatloosheid. Daarnaast kan het verlies van het Nederlanderschap niet optreden zolang één van de ouders nog Nederlander is. Meerderjarig: Heeft betrekking op een persoon van 18 jaar of ouder of een persoon die vóór het bereiken van de 18e verjaardag in het huwelijk is getreden. Vóór 1986 lag deze leeftijd op 21 jaar of ouder. Minderjarig: Heeft betrekking op een (ongehuwd) persoon jonger dan 18 jaar. Vóór 1986: jonger dan 21 jaar. Staatloos: Persoon die door geen enkele staat als onderdaan kan worden beschouwd.