Government expenditure on education OESO

Volgens de bepalingen van de OESO bestaan de overheidsuitgaven aan regulier onderwijs uit de overheidsuitgaven aan onderwijsinstellingen en de overheidsuitgaven aan huishoudens, bedrijven en non-profit instellingen. De studieleningen die aan huishoudens worden verstrekt, worden in de overheidsuitgaven meegenomen. De overheidsontvangsten worden niet meegerekend. Op deze twee punten wijken de overheidsuitgaven volgens de OESO af van de overheidsuitgaven zoals deze door het CBS worden samengesteld onder 'Totaal uitgaven aan onderwijs – Overheid'. De overheidsuitgaven aan onderwijsinstellingen zijn de uitgaven van de rijksoverheid, provincies en gemeenten aan onderwijsinstellingen. Het betreft de lumpsum financiering, apparaatskosten en uitgaven voor contractonderzoek. De overheid geeft huishoudens subsidie voor het volgen van onderwijs met een tegemoetkoming in de schoolkosten en studiefinanciering. Hiermee worden leerlingen/studenten of ouders (gedeeltelijk) gecompenseerd voor de uitgaven aan les- en collegegelden, boeken en leermiddelen en de kosten van openbaar vervoer en levensonderhoud. Aan jonggehandicapten vergoedt de overheid voorzieningen die hen in staat stellen om regulier onderwijs te volgen. De overheid verstrekt daarnaast kinderopvangtoeslag aan huishoudens en subsidies aan peuterspeelzalen en bedrijven in kinderdagopvang. Het deel hiervan dat gerelateerd is aan het educatieve deel van de dagbesteding van driejarigen, wordt meegeteld als uitgave aan onderwijs. De overheid geeft ook subsidies en fiscale regelingen aan bedrijven voor het verzorgen van leerlingenvervoer en de kosten voor het begeleiden van duale leerlingen en stagiairs uit het vmbo, mbo en hbo.

Government expenditure on education OESO

Volgens de bepalingen van de OESO bestaan de overheidsuitgaven aan regulier onderwijs uit de overheidsuitgaven aan onderwijsinstellingen en de overheidsuitgaven aan huishoudens, bedrijven en non-profit instellingen. De studieleningen die aan huishoudens worden verstrekt, worden in de overheidsuitgaven meegenomen. De overheidsontvangsten worden niet meegerekend. Op deze twee punten wijken de overheidsuitgaven volgens de OESO af van de overheidsuitgaven zoals deze door het CBS worden samengesteld onder 'Totaal uitgaven aan onderwijs – Overheid'. De overheidsuitgaven aan onderwijsinstellingen zijn de uitgaven van de rijksoverheid, provincies en gemeenten aan onderwijsinstellingen. Het betreft de lumpsum financiering, apparaatskosten en uitgaven voor contractonderzoek. De overheid geeft huishoudens subsidie voor het volgen van onderwijs met een tegemoetkoming in de schoolkosten en studiefinanciering. Hiermee worden leerlingen/studenten of ouders (gedeeltelijk) gecompenseerd voor de uitgaven aan les- en collegegelden, boeken en leermiddelen en de kosten van openbaar vervoer en levensonderhoud. Aan jonggehandicapten vergoedt de overheid voorzieningen die hen in staat stellen om regulier onderwijs te volgen. De overheid verstrekt daarnaast kinderopvangtoeslag aan huishoudens en subsidies aan peuterspeelzalen en bedrijven in kinderdagopvang. Het deel hiervan dat gerelateerd is aan het educatieve deel van de dagbesteding van driejarigen, wordt meegeteld als uitgave aan onderwijs. De overheid geeft ook subsidies en fiscale regelingen aan bedrijven voor het verzorgen van leerlingenvervoer en de kosten voor het begeleiden van duale leerlingen en stagiairs uit het vmbo, mbo en hbo.