Per student, including R&D

Per deelnemer, inclusief R&D (CBS/OESO). De uitgaven aan onderwijsinstellingen worden hier per deelnemer uitgedrukt, inclusief de uitgaven aan R&D in het hoger of tertiair onderwijs. De uitgaven aan R&D (Research and Development of onderzoek en ontwikkeling) bestaan hoofdzakelijk uit de lumpsum financiering die de universiteiten van de rijksoverheid ontvangen voor het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. Het gaat hier om onderzoek dat vooral leidt tot nieuwe fundamentele inzichten en niet specifiek gericht is op bedrijfstechnische toepassingen. Hogescholen ontvangen een relatief klein bedrag aan (lumpsum) financiering voor het uitvoeren van praktijkonderzoek. Daarnaast zijn het uitgaven aan contractonderzoek dat door hogescholen en universiteiten wordt uitgevoerd. Deze indicator wordt door het CBS en de OESO op dezelfde manier samengesteld met uitzondering van de cijfers over preprimair onderwijs. In tegenstelling tot de OESO neemt het CBS de uitgaven aan het educatieve deel van de dagbesteding in peuterspeelzaal en kinderdagopvang mee als overige uitgaven aan onderwijs en niet als uitgaven aan onderwijsinstellingen. CBS en OESO berekenen de uitgaven per deelnemer zowel inclusief als exclusief het exploitatiesaldo van de onderwijsinstellingen. Hier wordt de indicator inclusief exploitatiesaldo weergegeven.

Per student, including R&D

Per deelnemer, inclusief R&D (CBS/OESO). De uitgaven aan onderwijsinstellingen worden hier per deelnemer uitgedrukt, inclusief de uitgaven aan R&D in het hoger of tertiair onderwijs. De uitgaven aan R&D (Research and Development of onderzoek en ontwikkeling) bestaan hoofdzakelijk uit de lumpsum financiering die de universiteiten van de rijksoverheid ontvangen voor het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. Het gaat hier om onderzoek dat vooral leidt tot nieuwe fundamentele inzichten en niet specifiek gericht is op bedrijfstechnische toepassingen. Hogescholen ontvangen een relatief klein bedrag aan (lumpsum) financiering voor het uitvoeren van praktijkonderzoek. Daarnaast zijn het uitgaven aan contractonderzoek dat door hogescholen en universiteiten wordt uitgevoerd. Deze indicator wordt door het CBS en de OESO op dezelfde manier samengesteld met uitzondering van de cijfers over preprimair onderwijs. In tegenstelling tot de OESO neemt het CBS de uitgaven aan het educatieve deel van de dagbesteding in peuterspeelzaal en kinderdagopvang mee als overige uitgaven aan onderwijs en niet als uitgaven aan onderwijsinstellingen. CBS en OESO berekenen de uitgaven per deelnemer zowel inclusief als exclusief het exploitatiesaldo van de onderwijsinstellingen. Hier wordt de indicator inclusief exploitatiesaldo weergegeven.