Gross investment in tangible assets

Investeringen in alle materiële goederen gedurende de referentieperiode. Inbegrepen zijn nieuwe en bestaande materiële kapitaalgoederen, of deze nu bij derden zijn gekocht of voor eigen gebruik zijn geproduceerd (d.w.z. geactiveerde productie van materiële kapitaalgoederen), met een nuttige levensduur van meer dan één jaar, met inbegrip van niet-geproduceerde materiële goederen zoals grond. De drempel voor de nuttige levensduur van in aanmerking komende goederen kan worden verhoogd indien in de boekhouding van de vennootschap een langere verwachte nuttige levensduur dan één jaar als drempel wordt gehanteerd. Alle investeringen worden bruto gewaardeerd (d.w.z. voor waardecorrecties en voor aftrek van inkomsten uit verkoop). Gekochte goederen worden gewaardeerd tegen de aankoopprijs, d.w.z. inclusief vervoer- en installatiekosten, honoraria, belastingen en andere kosten in verband met de eigendomsoverdracht. Zelf geproduceerde materiële goederen worden gewaardeerd tegen de productiekosten. Goederen die worden verworven als gevolg van herstructureringen (zoals fusies, overnames en op – of afsplitsingen), blijven buiten beschouwing. Aankopen van kleine gereedschappen die niet tot de vaste activa behoren, zijn in de lopende uitgaven begrepen. Inbegrepen zijn voorts alle toevoegingen, veranderingen, verbeteringen en renovaties die de nuttige levensduur verlengen of het productief vermogen van de kapitaalgoederen doen toenemen. Lopende onderhoudskosten blijven buiten beschouwing, evenals de waarde van en de lopende uitgaven voor kapitaalgoederen die worden gebruikt op grond van huur- en leasecontracten. Ook investeringen in immateriële goederen en financiële activa blijven buiten beschouwing. Wanneer de facturering, levering, betaling en het eerste gebruik van investeringen in verschillende referentieperiodes plaatsvindt, moet worden gestreefd naar de volgende registratiemethode: - Investeringen worden geregistreerd wanneer de eigendom wordt overgedragen aan de eenheid die de goederen denkt te gebruiken. - Geactiveerde productie wordt geregistreerd wanneer deze wordt geproduceerd. - Voor investeringen die in identificeerbare etappes plaatsvinden, geldt dat iedere deelinvestering moet worden geregistreerd in de referentieperiode waarin deze wordt gedaan. In de praktijk is dit niet altijd mogelijk; gezien de regels voor bedrijfsboekhoudingen is wellicht een van de volgende benaderingen van deze methode nodig: a) investeringen worden geregistreerd in de referentieperiode waarin ze worden geleverd, b) investeringen worden geregistreerd in de referentieperiode waarin ze in het productieproces worden ingezet, c) investeringen worden geregistreerd in de referentieperiode waarin ze in rekening worden gebracht, d) investeringen worden geregistreerd in de referentieperiode waarin ze worden betaald.

Gross investment in tangible assets

Investeringen in alle materiële goederen gedurende de referentieperiode. Inbegrepen zijn nieuwe en bestaande materiële kapitaalgoederen, of deze nu bij derden zijn gekocht of voor eigen gebruik zijn geproduceerd (d.w.z. geactiveerde productie van materiële kapitaalgoederen), met een nuttige levensduur van meer dan één jaar, met inbegrip van niet-geproduceerde materiële goederen zoals grond. De drempel voor de nuttige levensduur van in aanmerking komende goederen kan worden verhoogd indien in de boekhouding van de vennootschap een langere verwachte nuttige levensduur dan één jaar als drempel wordt gehanteerd. Alle investeringen worden bruto gewaardeerd (d.w.z. voor waardecorrecties en voor aftrek van inkomsten uit verkoop). Gekochte goederen worden gewaardeerd tegen de aankoopprijs, d.w.z. inclusief vervoer- en installatiekosten, honoraria, belastingen en andere kosten in verband met de eigendomsoverdracht. Zelf geproduceerde materiële goederen worden gewaardeerd tegen de productiekosten. Goederen die worden verworven als gevolg van herstructureringen (zoals fusies, overnames en op – of afsplitsingen), blijven buiten beschouwing. Aankopen van kleine gereedschappen die niet tot de vaste activa behoren, zijn in de lopende uitgaven begrepen. Inbegrepen zijn voorts alle toevoegingen, veranderingen, verbeteringen en renovaties die de nuttige levensduur verlengen of het productief vermogen van de kapitaalgoederen doen toenemen. Lopende onderhoudskosten blijven buiten beschouwing, evenals de waarde van en de lopende uitgaven voor kapitaalgoederen die worden gebruikt op grond van huur- en leasecontracten. Ook investeringen in immateriële goederen en financiële activa blijven buiten beschouwing. Wanneer de facturering, levering, betaling en het eerste gebruik van investeringen in verschillende referentieperiodes plaatsvindt, moet worden gestreefd naar de volgende registratiemethode: - Investeringen worden geregistreerd wanneer de eigendom wordt overgedragen aan de eenheid die de goederen denkt te gebruiken. - Geactiveerde productie wordt geregistreerd wanneer deze wordt geproduceerd. - Voor investeringen die in identificeerbare etappes plaatsvinden, geldt dat iedere deelinvestering moet worden geregistreerd in de referentieperiode waarin deze wordt gedaan. In de praktijk is dit niet altijd mogelijk; gezien de regels voor bedrijfsboekhoudingen is wellicht een van de volgende benaderingen van deze methode nodig: a) investeringen worden geregistreerd in de referentieperiode waarin ze worden geleverd, b) investeringen worden geregistreerd in de referentieperiode waarin ze in het productieproces worden ingezet, c) investeringen worden geregistreerd in de referentieperiode waarin ze in rekening worden gebracht, d) investeringen worden geregistreerd in de referentieperiode waarin ze worden betaald.