Non-financial corporations sector debt

Schuld niet-financiële vennootschappen als % van het bruto binnenlands product (bbp). Deze indicator omvat de totale schulden van de sector niet-financiële instellingen. Voor de schulden worden alleen leningen en schuldbewijzen (obligaties en geldmarktpapier) meegerekend. De schulden zijn geconsolideerd: dit betekent dat de schulden binnen dezelfde sector niet worden meegerekend. Bronnen: De gegevens zijn ontleend aan de Nationale Rekeningen zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Berekening van de scorebord indicator: De schuld van de niet-financiële vennootschappen wordt berekend als percentage van het bbp. Interpretatie van de indicator: Een hoge schuldpositie vergroot de kwetsbaarheid van de niet-financiële vennootschappen voor veranderingen in de conjunctuur, rentestanden of inflatie. Een gedeelte van de uitstaande schuld moet periodiek geherfinancierd worden. Een stijging van de rente kan er toe leiden dat kredietnemers voor hogere periodieke rentelasten komen te staan. Een verslechtering van de conjunctuur kan banken er toe bewegen strengere eisen te stellen m.b.t. onderpand. Grenswaarde(n): De Europese Commissie hanteert alleen een bovengrens voor de schuld van de totale particuliere sector (m.a.w. behalve huishoudens en instellingen zonder winstoogmerk ook niet-financiële vennootschappen). Deze bovengrens bedraagt + 133 %.

Non-financial corporations sector debt

Schuld niet-financiële vennootschappen als % van het bruto binnenlands product (bbp). Deze indicator omvat de totale schulden van de sector niet-financiële instellingen. Voor de schulden worden alleen leningen en schuldbewijzen (obligaties en geldmarktpapier) meegerekend. De schulden zijn geconsolideerd: dit betekent dat de schulden binnen dezelfde sector niet worden meegerekend. Bronnen: De gegevens zijn ontleend aan de Nationale Rekeningen zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Berekening van de scorebord indicator: De schuld van de niet-financiële vennootschappen wordt berekend als percentage van het bbp. Interpretatie van de indicator: Een hoge schuldpositie vergroot de kwetsbaarheid van de niet-financiële vennootschappen voor veranderingen in de conjunctuur, rentestanden of inflatie. Een gedeelte van de uitstaande schuld moet periodiek geherfinancierd worden. Een stijging van de rente kan er toe leiden dat kredietnemers voor hogere periodieke rentelasten komen te staan. Een verslechtering van de conjunctuur kan banken er toe bewegen strengere eisen te stellen m.b.t. onderpand. Grenswaarde(n): De Europese Commissie hanteert alleen een bovengrens voor de schuld van de totale particuliere sector (m.a.w. behalve huishoudens en instellingen zonder winstoogmerk ook niet-financiële vennootschappen). Deze bovengrens bedraagt + 133 %.