National financing balance: structure

Dit onderdeel van de publicatie laat twee benaderingen zien die, gestart met het gevormde bruto binnenlands product (bbp), beiden uitkomen op het begrip nationaal vorderingen saldo. Dit saldo geeft aan hoeveel een land per saldo kan uitlenen dan wel aan financiële middelen moet aantrekken gegeven de lopende en de kapitaaltransacties. Er zijn twee benaderingen die op deze macro-economische variabele uitkomen, via het nationaal inkomensoverschot en via het saldo lopende transacties met het buitenland. De nationale inkomensoverschotbenadering Deze benadering loopt via de inkomens en de bestedingen in Nederland en komt via het nationaal inkomensoverschot en het saldo ontvangen kapitaaltransacties uit op het nationaal vorderingensaldo. Schema: Bruto binnenlands product (marktprijzen) Uit het buitenland ontvangen primaire inkomens (+) Aan het buitenland betaalde primaire inkomens (-) = Bruto nationale inkomen (marktprijzen) Uit het buitenland ontvangen inkomensoverdrachten (+) Aan het buitenland betaalde inkomensoverdrachten (-) = Bruto beschikbaar nationaal inkomen Consumptieve bestedingen totaal (-) Correctie pensioenvoorziening (saldo buitenland) (+) = Bruto nationale besparingen Bruto investeringen incl. verandering in voorraden (-) = Nationaal inkomensoverschot Uit het buitenland ontvangen kapitaaloverdrachten (+) Aan het buitenland betaalde kapitaaloverdrachten (-) =Nationaal vorderingensaldo Het saldo lopende transacties met het buitenland benadering Deze benadering kiest de transacties op de lopende rekening van Nederland met het buitenland als uitgangspunt. Het resultaat daarvan is het saldo van lopende transacties met het buitenland dat gelijk is aan het nationaal inkomensoverschot. Het nationaal inkomensoverschot plus het saldo van ontvangen kapitaaloverdrachten geeft het Nationaal vorderingensaldo. Schema: Uitvoeroverschot van goederen Uitvoeroverschot van diensten (+) Saldo uit het buitenland ontvangen primaire inkomens (+) Saldo uit het buitenland ontvangen inkomensoverdrachten (+) Correctie pensioenvoorziening (saldo buitenland) (+) = Saldo lopende transacties met het buitenland = Nationaal inkomensoverschot Uit het buitenland ontvangen kapitaaloverdrachten (+) Aan het buitenland betaalde kapitaaloverdrachten (-) = Nationaal vorderingensaldo

National financing balance: structure

Dit onderdeel van de publicatie laat twee benaderingen zien die, gestart met het gevormde bruto binnenlands product (bbp), beiden uitkomen op het begrip nationaal vorderingen saldo. Dit saldo geeft aan hoeveel een land per saldo kan uitlenen dan wel aan financiële middelen moet aantrekken gegeven de lopende en de kapitaaltransacties. Er zijn twee benaderingen die op deze macro-economische variabele uitkomen, via het nationaal inkomensoverschot en via het saldo lopende transacties met het buitenland. De nationale inkomensoverschotbenadering Deze benadering loopt via de inkomens en de bestedingen in Nederland en komt via het nationaal inkomensoverschot en het saldo ontvangen kapitaaltransacties uit op het nationaal vorderingensaldo. Schema: Bruto binnenlands product (marktprijzen) Uit het buitenland ontvangen primaire inkomens (+) Aan het buitenland betaalde primaire inkomens (-) = Bruto nationale inkomen (marktprijzen) Uit het buitenland ontvangen inkomensoverdrachten (+) Aan het buitenland betaalde inkomensoverdrachten (-) = Bruto beschikbaar nationaal inkomen Consumptieve bestedingen totaal (-) Correctie pensioenvoorziening (saldo buitenland) (+) = Bruto nationale besparingen Bruto investeringen incl. verandering in voorraden (-) = Nationaal inkomensoverschot Uit het buitenland ontvangen kapitaaloverdrachten (+) Aan het buitenland betaalde kapitaaloverdrachten (-) =Nationaal vorderingensaldo Het saldo lopende transacties met het buitenland benadering Deze benadering kiest de transacties op de lopende rekening van Nederland met het buitenland als uitgangspunt. Het resultaat daarvan is het saldo van lopende transacties met het buitenland dat gelijk is aan het nationaal inkomensoverschot. Het nationaal inkomensoverschot plus het saldo van ontvangen kapitaaloverdrachten geeft het Nationaal vorderingensaldo. Schema: Uitvoeroverschot van goederen Uitvoeroverschot van diensten (+) Saldo uit het buitenland ontvangen primaire inkomens (+) Saldo uit het buitenland ontvangen inkomensoverdrachten (+) Correctie pensioenvoorziening (saldo buitenland) (+) = Saldo lopende transacties met het buitenland = Nationaal inkomensoverschot Uit het buitenland ontvangen kapitaaloverdrachten (+) Aan het buitenland betaalde kapitaaloverdrachten (-) = Nationaal vorderingensaldo