Private households with income
De hier opgenomen populatie omvat de particuliere huishoudens (exclusief studentenhuishoudens) met inkomen. Inkomensverdeling van particuliere huishoudens per 10% groep van de
landelijke verdeling van het besteedbaar inkomen in 2000.De klassengrenzen van de verdeling zijn als volgt bepaald.
De inkomenseenheden van geheel Nederland worden gerangschikt naar hoogte van besteedbaar inkomen. Daarna worden de eenheden in tien, qua aantal gelijke groepen (zogenaamde decielgroepen) verdeeld en wordt het hoogste inkomen in elke groep bepaald. Deze inkomens vormen de klassengrenzen (zogenaamde decielen).
Particuliere huishoudens worden onderscheiden naar samenstelling van het huishouden. Er wordt een onderscheid gemaakt in een- en meerpersoonshuishoudens. Een eenpersoonshuishouden bestaat uit een persoon die alleen in een (deel van een) woonruimte is gehuisvest en zelf in de dagelijkse levensbehoeften voorziet of die een woonruimte deelt met anderen zonder met hen gemeenschappelijk in de dagelijkse levensbehoeften te voorzien. Een meerpersoonshuishouden bestaat uit twee of meer personen die samen in een (deel van een) woonruimte zijn gehuisvest en gemeenschappelijk in hun dagelijkse levensbehoeften voorzien.
De meerpersoonshuishoudens worden verder onderscheiden op basis van het aantal meerderjarigen en het aantal minderjarige kinderen. Minderjarige kinderen zijn personen die jonger zijn dan 18 jaar en die aan de zorg van ouderen zijn toevertrouwd. Personen boven de 18 jaar worden als meerderjarige aangemerkt.
measure
10,700 to 14,000 euros14,000 to 17,000 euros17,000 to 20,100 euros20,100 to 23,500 euros20,100 to 35,900 euros (Middle 40%)23,500 to 27,100 euros27,100 to 31,000 euros31,000 to 35,900 euros35,900 to 43,700 eurosMore than 35,900 euros (highest 20%)More than 43,700 euros,(highest)Less than 10,700 euros,(lowest)Less than 20,100 euros (lowest 40%)Total Households
broader
closeMatch
narrower
Private households with income
De hier opgenomen populatie omvat de particuliere huishoudens (exclusief studentenhuishoudens) met inkomen. Inkomensverdeling van particuliere huishoudens per 10% groep van de
landelijke verdeling van het besteedbaar inkomen in 2000.De klassengrenzen van de verdeling zijn als volgt bepaald.
De inkomenseenheden van geheel Nederland worden gerangschikt naar hoogte van besteedbaar inkomen. Daarna worden de eenheden in tien, qua aantal gelijke groepen (zogenaamde decielgroepen) verdeeld en wordt het hoogste inkomen in elke groep bepaald. Deze inkomens vormen de klassengrenzen (zogenaamde decielen).
Particuliere huishoudens worden onderscheiden naar samenstelling van het huishouden. Er wordt een onderscheid gemaakt in een- en meerpersoonshuishoudens. Een eenpersoonshuishouden bestaat uit een persoon die alleen in een (deel van een) woonruimte is gehuisvest en zelf in de dagelijkse levensbehoeften voorziet of die een woonruimte deelt met anderen zonder met hen gemeenschappelijk in de dagelijkse levensbehoeften te voorzien. Een meerpersoonshuishouden bestaat uit twee of meer personen die samen in een (deel van een) woonruimte zijn gehuisvest en gemeenschappelijk in hun dagelijkse levensbehoeften voorzien.
De meerpersoonshuishoudens worden verder onderscheiden op basis van het aantal meerderjarigen en het aantal minderjarige kinderen. Minderjarige kinderen zijn personen die jonger zijn dan 18 jaar en die aan de zorg van ouderen zijn toevertrouwd. Personen boven de 18 jaar worden als meerderjarige aangemerkt.
description
De hier opgenomen populatie om ...... als meerderjarige aangemerkt.
@nl
altLabel
Particuliere huishoudens met inkomen
@nl
broader
definition
De hier opgenomen populatie om ...... als
meerderjarige aangemerkt.
@nl
narrower
note
TopicGroup
@en
prefLabel
Particuliere huishoudens met inkomen
@nl
Private households with income
@en